Zeeduivel is een bijzondere vis. Hij ziet er niet uit, maar lekker is hij wel. Zijn stevige visvlees leent zich tot vele bereidingen. Hier wordt hij in de oven gegaard en geserveerd met aardappelen, prei en een mosterdsausje.
Bereid de vis:
Verwarm de oven voor op 150°C.
Dep de vis goed droog en kruid met peper en zout. Zeeduivel is een vis die goed gekruid mag worden.
Haal de vis door de bloem en klop de overtollige bloem eraf. Bak in voldoende boter zodat je een mooi korstje krijgt.
Laat de vis 20 minuten verder garen in de oven op 150°C.
Neem hem daarna uit de oven, bedek met aluminiumfolie en laat 10 minuten rusten.
Bereid de aardappelen:
Schil de vastkokende aardappelen, halveer ze en gaar in licht gezouten water.
Giet ze daarna af en doe terug in de pan zodat ze snel drogen.
Bereid de prei:
Snijd de prei in staafjes van 5 cm lang en halveer ze in de breedte.
Smelt boter in een pan en voeg de prei toe. Zet onder met de helft van de kippenfond en kook de prei beetgaar onder gesloten deksel.
Maak de mosterdsaus:
Bak de fijngesneden sjalot in het bakvocht van de zeeduivel. Blus met een scheutje witte wijn en 100 ml kippenfond.
Doe er een lepel mosterd bij en de room. Laat inkoken tot je de gewenste dikte hebt.
Doe 2 lepels mosterd in een sauspan en zeef er de saus over. Roer goed.
Stel het gerecht samen:
Schik de prei met de vis op het bord.
Werk af met de aardappelen, wat mosterd en een plukje waterkers.
