Snijd de helft van de aardappelen in partjes en de bloemkool in roosjes. Schik de aardappelpartjes en de helft van de bloemkoolroosjes op een bakplaat. Besprenkel ze met olijfolie, peper en zout. Laat 25 à 30 minuten in de oven garen tot de aardappelen en bloemkool krokant zijn.
Schil de andere helft van de aardappelen en snijd ze in blokjes. Kook de aardappelen en de overige bloemkoolroosjes gaar in gezouten water en giet af.
Meng de gekookte aardappelen en bloemkool met de zure room en plet tot een smeuïge puree. Voeg de citroenzeste toe en kruid met peper en zout.
Snijd de zongedroogde tomaten en olijven in partjes. Versnipper de peterselie.
Serveer de aardappeldip op een groot bord of snijplank en versier met de zongedroogde tomaten, olijven en peterselie.
Dien de dip op met de krokante aardappelpartjes en de bloemkoolroosjes.