1. Schil de aardappelen en knolselder en snijd in blokjes van 2 cm. Pel 1 teentje look. Verhit olijfolie in een hoge kom en fruit de blokjes aardappel en knolselder 2-3 minuten met het laurierblaadje en de knoflook. Zet ze onder met de melk en laat zachtjes koken tot ze zacht zijn, gedurende 8-10 minuten. Kruid met peper en zout.
2. Pel en hak de ui en het andere teentje knoflook.
3. Kruid de kipfilets met peper en zout. Bak in olijfolie tot beide kanten goudbruin zijn. Zet even apart.
4. Bak in de pan waar je de kip hebt in gebakken de ui en knoflook tot de ui glazig is. Voeg de tomatenpasta toe. Hak de dragon fijn en meng eronder. Doe er de kippenfond bij en roer even. Voeg de kipfilets toe en breng op smaak met balsamicoazijn, peper en zout.
5. Laat de saus 10 minuten sudderen en voeg de kerstomaatjes en kappertjes toe. Laat nog eens 7-8 minuten sudderen tot de kipfilet gaar is.
6. Giet ondertussen de aardappelen en knolselder af en plet fijn met een klontje boter. Kruid naar smaak met peper, zout en nootmuskaat.
7. Serveer de kipfilet in tomatensaus met de knolselderpuree en wat extra dragon.

TIP: de selder kan vervangen worden door knolraap of bloemkool.