Met dit recept maak je in een handomdraai gnocchi van aardappelen. Serveer met spinazie of boerenkool. Dit is de smaak van Italia à la Belgica.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Schil de aardappelen en snijd in gelijke stukken. Kook ze 15-20 minuten in gezouten water, giet af. Laat de aardappelen 10 minuten uitlekken in een zeef. Je kan ze ook 5 minuten al roerend op het vuur zetten om het aanwezige vocht sneller te laten verdampen.
Blancheer de spinazie kort in kokend, licht gezouten water. Doe de spinazie in een zeef of fijn vergiet en pers er alle vocht uit met de bolle kant van een lepel. Hak de spinazie fijn en doe alles nog even in een zeef en duw het nog overgebleven vocht eruit.
Rasp de Parmezaanse kaas.
Gebruik een keukenrobot om het deeg te maken. Voeg de aardappelen, ricotta, bloem, eidooiers, gehakte spinazie, snuifje zouten 60 g Parmezaanse kaas toe en meng tot je een mooi deeg hebt. Voeg eventueel nog wat extra bloem toe als het deeg nog te vochtig is. Kruid met nootmuskaat, peper en zout en meng goed. Bestrooi een werkblad met bloem en leg het deeg erop. Kneed goed, tot het deeg zacht is.
Rol kleine balletjes van het deeg en doe ze in een schaal. Druk de balletjes een beetje plat met een vork. Zet de schaal in de ijskast, tot je hem nodig hebt en laat even rusten.
Bekleed een ovenschaal met bakpapier en giet er de kerstomaatjes op. Besprenkel met olijfolie en kruid met peper en zout. Plaats in de oven gedurende 15 minuten tot de kerstomaatjes barsten.
Kook ondertussen de gnocchi in een ruime pan met gezouten water. De gnocchi zijn klaar wanneer ze aan de oppervlakte komen.
Serveer de gnocchi met geroosterde kerstomaatjes en de resterende Parmezaanse kaas.
