Vul 8 taartvormpjes van 10 cm met bladerdeeg. Prik er onderaan gaatjes in met een vork en bestrooi de onderkant van elke vorm met de helft van de geraspte kaas. Laat in de koelkast rusten.
Snijd de aardappelen in blokjes. Hak de look, bieslook en lente-uien fijn.
Verhit een pan op een matig vuur. Bak het spek, de aardappelen en look samen tot ze bruin worden. Breng op smaak met peper en zout.
Meng de bieslook, lente-ui, yoghurt, eieren en de rest van de geraspte kaas in een grote kom. Voeg het spek en de aardappelen toe en meng goed door elkaar.
Haal de taartvormpjes uit de koelkast en vul ze met het mengsel van aardappelen en spek.
Zet de taartvormpjes in de oven en stel de oventemperatuur in op 175°C. Laat 15 minuten bakken tot ze gaar zijn en een goudbruine kleur hebben.
Snijd de rode ui in dunne ringen en de tomaten doormidden.
Maak de dressing: hak de sjalot fijn en meng met de olijfolie, mosterd, honing, rode wijnazijn en yoghurt.
Serveer de aardappelquiches met een slaatje van Romeinse sla, kerstomaten, rode ui en de honing-mosterd dressing.